familie Faddegon-Verkerk


Aan deze pagina wordt nog gewerkt.
Aan verwanten in deze tak van de familie de uitnodiging, aanvullingen (zoals foto’s, anecdotes) of verbeteringen aan te reiken.

 Henri Christiaan Faddegon (1875-1930)
Henri Christiaan Faddegon (1875-1930)

was horlogemaker en wiskundige en oprichter van de Stichting Museum en Archief van Tijdmeetkunde (Klokkenmuseum).

 

Vijzelstraat 1914Henri werd geboren op 13 december 1875. Hij was de zoon van de Amsterdamse horlogemaker Barend Abraham Faddegon en Sophia Elisabeth Laugeman. Henri groeide op in een gezin met twee oudere broers (Johan en Bernard), twee jongere zussen (Marie en Sophie) en een jongere broer (Gerard). Het gezin woonde in de Vijzelstraat, waar hun vader een winkel en reparatie-werkplaats had. Klik hier voor de pagina met het verhaal over het ouderlijk gezin.

Het broertje dat werd geboren toen Henri vier jaar oud was, overleed reeds na een half jaar. Dit zal op Henri de nodige indruk hebben gemaakt. Op zijn zesde jaar zal het gezin tijdelijk elders onder dak zijn geweest, daar het pand in de Vijzelstraat ingrijpend werd verbouwd.
Maar ook daarna zal het dringen zijn geweest met een winkel, werkplaats en zes opgroeiende kinderen in een vrij compacte woning. Ook Maria Alida Faddegon, de zus van zijn vader, woonde op dit adres. Zij overleed toen Henri 16 jaar oud was.
 
Henri Faddegon (1895)Op 20 december 1894 werd Henri gekeurd voor de militie. Zijn signalement wordt als volgt genoteerd: lengte 1773 mm, hoog voorhoofd, bruine ogen, grote neus en mond, kleine kin, bruin haar, zwarte wenkbrauwen. Hij werd geschikt bevonden voor de militaire dienst en in oktober 1895 werd hij ingedeeld bij het korps pontonniers.

Op 25 augustus 1900 trad Henri officieel toe tot de zaak van zijn vader.
In datzelfde jaar bezocht hij in Parijs de Wereldtentoonstelling. In het vakblad van de Nederlandse Bond van Horlogemakers: “Christiaan Huygens” deed hij verslag van zijn ervaringen. En ongetwijfeld zal hij daar ook zijn oudste broer Johan en diens echtgenote Jeanne hebben bezocht, die zich kort tevoren in Parijs hadden gevestigd.
In Parijs maakte hij ook kennis met de verzameling gereedschappen en uurwerken van de “Chambre Syndicale de l’horlogerie”. In zijn artikelen voor het vakblad riep hij de Nederlandse Bond op, ook een dergelijke verzameling bijeen te brengen, waaraan door de collega’s in ruime mate gehoor werd gegeven.
P.I.G.O.L. - Muiderstraat 21Reeds in januari stelde de Bond een reglement op voor een “Museum van Tijdmeetkunde”. Een maand later begon dit Museum, op een bovenkamertje van het “Portugeesch-Israëlietisch Gesticht voor oude lieden” (P.I.G.O.L.) in de Muiderstraat 21 te Amsterdam; geopend op zondag en woensdag. Bezoek was mogelijk na aanmelding bij de conservator, de heer H.C.Faddegon.
Leidsch Dagblad - 11 januari 1902Op 9 jan 1902 vond de officiële opening plaats van het Museum van Tijdmeetkunde. Voor de gelegenheid was er op de begane grond een tijdelijke expositieruimte gecreëerd.
De geschiedenis van deze eerste jaren van het Museum en Archief van Tijdmeetkunde, zoals de uitgebreide naam luidde, is door de latere conservator J.Prinsen gedetailleerd beschreven in het jubileumnummer van Christiaan Huygens, te lezen in dit pdf-bestand.
 

Ondertussen studeerde Henri voor de M.O. acte wiskunde, waarvoor hij in november van dat jaar slaagde.Tijdschrift voor Horlogemakers 1903-1904
Ook bleef hij actief in het publiceren van artikelen in het vakblad. Zijn omvangrijke studie over raderingrijpingen kreeg hij daar echter niet in geplaatst. Waarschijnlijk was dit de belangrijkste reden om zelf met de uitgave van een vakblad te starten. Dit “Tijdschrift voor Horlogemakers” zou twee jaar lang (in de jaren 1903 en 1904) tweewekelijks verschijnen. Het bevatte naast genoemde studie vele artikelen over interessante uurwerken, besprekingen van artikelen uit buitenlandse vakbladen en boekbesprekingen. Ook zijn broer Johan leverde vanuit Parijs een grote bijdrage aan het tijdschrift. Het blad werd gedrukt bij een neef van hun vader, Faddegon&Co, Steen- & Boekdrukkers, op de Haarlemmerhouttuinen.

Voorjaar 1905 verhuisden Henri’s ouders, samen met de jongere kinderen, naar Singel 463. Henri werd daarmee de hoofdbewoner van Vijzelstraat 20. Maar nog geen jaar later nam zijn jongste broer Gerard deze plek over, want Henri vertrok naar Nachtegaalstraat 49bis in Utrecht. Hier stond hij ingeschreven als “wiskundige bij Olland”. Dit was een instrumentenfabriek die zich begin 20e eeuw specialiseerde in de vervaardiging van snelwegers en bekend werd onder de naam ‘Snelwegerfabriek Utrecht’.

Mies VerkerkWanneer Henri kennis kreeg aan Mies Verkerk is niet bekend, maar op 20 september 1906 huwde hij in Baarn met deze Maria Margaretha (Mies), dochter van Gijsbertus Anton Verkerk, goudsmit te Baarn. Henri was inmiddels bijna 31 jaar oud, Mies was 4 jaar jonger. Getuigen voor de bruidegom waren diens broers Bernard en Gerard.
Het paar bleef in eerste instantie in Utrecht wonen in de Weistraat 14 bis (deze straat heet nu Mgr. van de Weteringstraat), maar in december kwamen zij naar Amsterdam en namen hun intrek in Vijzelstraat 20. Volgens overlevering zou de verschijning van de knappe jongedame de horlogemakersgezellen nogal hebben afgeleid van hun werkzaamheden.

In juni 1907 werd hun eerste kind geboren, Barend Henri. Broer Gerard bleef nog enige tijd bij hen boven de zaak wonen, maar verhuisde eind van dat jaar weer terug naar het Singel. Daar richtte hij zich volledig op de handel in horlogemakersfournituren en gereedschappen, terwijl Henri zich in de Vijzelstraat ontfermde over de winkel en reparatiewerkplaats.
Henri gaf enkele lezingen voor bijeenkomsten van de Nederlandsche Bond van Horlogemakers en werd examinator voor het diploma horlogemakersbediende. De door hem begeleide vaktekencursus was echter na zijn vertrek naar Utrecht opgeheven, bij gebrek aan een opvolger.

Museum van Tijdmeetkunde in het Stedelijk Museum (1936)Ook zijn werkzaamheden als conservator van het Museum van Tijdmeetkunde had hij na zijn verhuizing in 1906 overgedragen. De heer J.Prinsen zou deze functie tot diens overlijden in 1939 vervullen.

Op 19 mei 1909 was Henri, samen met broer Gerard, als eregast aanwezig bij de opening van het Museum in een van de benedenzalen van het Stedelijk Museum.

plaquette door Johan Melchior Faddegon
Broer Johan had van Henri een fraaie penningplaquette ontworpen. Een zilveren exemplaar werd later aan het Museum geschonken en heeft lang als eerbewijs aan de stichter in het Museum gehangen.
 

In juli overleed Henri’s jongste zus Sophie op 25-jarige leeftijd. Voor zijn vader was dat aanleiding met de horlogezaak te stoppen en deze over te dragen aan de firma P. Laméris in de Leidschestraat. Zelf zou hij intreden in de fourniturenzaak van zijn zoon Gerard, tot zijn overlijden in 1912.
Ook zoon Henri, die wel boven de winkel in de Vijzelstraat bleef wonen, trad toe als vennoot in de fourniturenzaak.
De winkelruimte beneden werd in eerste instantie verhuurd aan een handel in oude tapijten, de “American Stoppage Comp.”, maar in 1913 begon zijn zus Marie hier samen met Leonie van Nierop een kunstnijverheidswinkel onder de naam “Het Klokhuis”.

Henri met Barend, Miep en JoOmdat de Vijzelstraat verbreed moest worden om de toenemende verkeersdruk te kunnen verwerken, was de Gemeente Amsterdam begonnen met de onteigening van de huizen tussen het Singel en de Herengracht. Op 11 oktober 1915 vond overdracht van het perceel plaats aan de gemeente. Het gezin van Henri en Mies, dat in 1909 was uitgebreid met een dochtertje, Maria Margaretha en in 1914 met een zoon, Johan Melchior, bleef nog enige tijd in het pand wonen, maar in mei 1916 verhuisden zij uiteindelijk naar de Amstelveenseweg 55.

Aandeel Groot-UurwerkhandelOver de ontwikkeling van de Fourniturenzaak in deze periode zijn alleen wat grote lijnen bekend. In 1916 vond een fusie plaats met de fourniturenzaak van N.J.Krook uit de St.Luciensteeg. In 1917 vond de inschrijving plaats van “Fourniturenhandel v/h Faddegon & Krook”. Directie: H.Ch.Faddegon, G.H.Faddegon en N.J.Krook. In 1918 werd verhuisd van het Singel naar de Spuistraat, tussen de Raadhuisstraat en de Paleisstraat. Dit pand werd onteigend ten behoeve van een daar te bouwen telefooncentrale, waarna in 1920 het pand op Nieuwezijds Voorburgwal 266 werd betrokken.
In 1920 vond een grote aandelenemissie plaats van de N.V. Groot-Uurwerkhandel, gevestigd te Amsterdam. Henri was hiervan Commissaris, zijn broer Gerard directeur.

Begin 1919 woonde Henri’s moeder, na het overlijden van Henri’s zus Marie, enkele maanden bij het gezin op de Amstelveenseweg in huis. Zij had in het jaar daarvoor bij Marie in Apeldoorn gewoond om haar op haar sterfbed bij te staan. In juni vertrok zij weer, om tot het eind van haar leven (1922) bij haar broer in de Kerkstraat te gaan wonen.

In maart 1920 werd Sophia Wilhelmina (Fie, Fiore) geboren, waarmee het gezin van Henri en Mies compleet was. Op de geboorte-akte van Fiore staat bij Henri’s naam een nogal ongebruikelijke opmerking vermeld: “horlogemaker – ongesteld”. Wellicht was er iets met de gezondheid van Henri niet in orde, maar de reden van vermelding is nog niet opgehelderd.
Wellicht is er een verband met de opmerking die zijn neef Gerard 20 jaar later maakte in een brief aan diens broer, waarin hij zijn overwegingen gaf bij een mogelijke keuze voor een functie bij het familiebedrijf: “Ik voel er echter niet veel voor in de zaak te moeten werken in een positie zooals Oom Henri die gehad heeft.”

 

Albert Neuhuijslaan 2 - BussumIn 1924 vertrok het gezin naar Bussum, waar een nieuw gebouwde half-vrijstaande villa werd betrokken op Albert Neuhuijslaan 2.

Voor de Bond van Horlogemakers was Henri nog steeds actief, onder meer als wiskundig adviseur ten behoeve van de “Uitkeering bij Overlijden”.
Ook verleende hij zijn medewerking aan het Bondsblad “Christiaan Huijgens”, waarvoor hij in 1928 en 1930 nog enkele boekbesprekingen schreef. Maar op 4 oktober 1930 overleed hij, op 54-jarige leeftijd.

Zijn broer Johan tekende hem, zoals destijds gebruik was, op zijn sterfbed. Deze tekening zou tien jaar later, ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van het Museum, in het Bondsblad worden opgenomen: “Stichter van het Museum van Tijdmeetkunde – Conservator 1901-1906”. Het artikel waarin het jubileum werd herdacht, was van de hand van zijn neef Gerard Herman. Deze was conservator van het Museum van 1939 tot 1968, zie daarvoor diens pagina op de website.

Mies overleed 23 jaar na haar echtgenoot, in 1953. Beiden werden begraven op de Algemene Begraafplaats te Bussum.
 
 

De kinderen van Henri en Mies

 
Henri Christiaan Faddegon en Maria Margaretha Verkerk kregen vier kinderen:
 

  • Barend Henri (1907-1969)
     
    Barend en DiniHuwde in 1933 met Berendina (Dini) Knake (1910-2009).
    Zij kregen 10 kinderen.
           

     

     

    Joep FaddegonEen van hun kinderen, Johan Melchior (Joep) (1943-2013), werd beeldend kunstenaar.
    Over hem staat een pagina op Wikipedia.
     

     

     

  • Maria Margaretha (Miep) (1909 – 1993)
     
    Miep en FransHuwde 1935 te Bussum met Franciscus Leonardus (Frans) van Duykeren (1905-1983), predikant.
    Zij kregen 2 kinderen
     
           

     

  • Johan Melchior (Jo, Joop) (1914 – 1967), geoloog.
     
    Jo en GreetHuwde 1949 te Amsterdam met Margaretha Maartje (Greet) Brink (1919-2019), arts te Amsterdam.
    Uit dit huwelijk: 2 kinderen
     
           

     

  • Sophia Wilhelmina (Fie, Fiore) (1920 -1999)
     
    Fiore Faddegon
    Fiore was beeldend kunstenaar.
    Haar echtgenoot, Rudolf Smith (1924-2021), heeft haar omvangrijke oeuvre ondergebracht in de Stichting Smith Faddegon.
    Bezoek de website www.smithfaddegon.nl voor meer informatie.

 

 

 

 
Reacties of aanvullingen? Klik hier.