Allemaal Amsterdammers ….
Deze pagina geeft een overzicht van de familie Carels, voor zover verwant aan mijn overgrootvader Jacobus Carels.
Het verhaal van diens gezin staat de op vorige pagina: Jacobus Carels en Anna van Munster.
Dit familieverhaal speelt zich vooral af in het 18e- en 19e-eeuwse Amsterdam; veel immigratie van buiten de stad is er daarbij niet. Ook komen we opvallend veel adressen tegen rond de Vijzelstraat.
Er is vaak sprake van kinderrijke gezinnen, waarvan er relatief veel de volwassen leeftijd bereiken. Vanaf de vierde hier beschreven generatie wordt ook iets meer vermeld over de kinderen en kleinkinderen. Dat zijn dus de ooms, tantes, (achter-)neven en (achter-)nichten van mijn grootmoeder.
Ook wordt steeds de vrouwelijke afstammingslijn vermeld, voor zover deze bekend is. Die vermelding is dan in een kader geplaatst.
(Een overzicht van alle voorouders van Jacobus Carels, waarin ook de vrouwelijke voorouders zijn opgenomen, vind je in zijn kwartierstaat).
De structuur van deze pagina is als volgt:
- I. Pieter Carels (1702-1744) en Anna Maria Bakker (1700-1744)
– Met een intermezzo over de ouders van Anna Maria.
Pieter en Anna krijgen 6 kinderen, Matthijs is de stamhouder van de volgende generaties Carels:- II. Matthijs Carels (1733-1791) en Johanna de Haan (1734-1782)
– met een stukje over de ouders van Johanna en haar grootouders van moeders kant.
Mattijs en Johanna krijgen 9 kinderen, zoon Willem is de stamhouder:- III. Willem Carels (1762-1834) en Alida Roos (1764- )
– ook met een stukje over de ouders van Alida en haar grootouders van moeders kant.
Willem en Alida krijgen 8 kinderen, de oudste is Willem Jacob:- IV. Willem Jacob Carels (1789-1852) en Heijntje Wildeman (1806-1873)
met hun zes kinderen en vele kleinkinderen:- Wilhelmina Alida Susanna (1838-1922)
- Willem Jacob (1840-1902) en 11 nakomelingen
- Servaas (Faas) (1842-1890) met 2 echtgenotes en 7 nakomelingen
- V. Jacobus (1844-1925) met 6 kinderen bij 2 echtgenotes;
(beschreven in de pagina over het gezin Carels-van Munster). - Henriette Maria (1847-1848)
- Henrij (1850-1925), 2 echtgenotes, 1 zoon.
- IV. Willem Jacob Carels (1789-1852) en Heijntje Wildeman (1806-1873)
- III. Willem Carels (1762-1834) en Alida Roos (1764- )
- II. Matthijs Carels (1733-1791) en Johanna de Haan (1734-1782)
I. Pieter Carels (1702-1744) en Anna Maria Bakker (1700-1744)
Deze Pieter is tot nu toe de oudste voorvader die in deze Carels-familie is gevonden. Hij huwt in 1729 in Amsterdam met Anna Maria Backer. Pieter woont dan in de Jordaan, in de Egelantierstraat; zijn zuster Engeltje is getuige, evenals de moeder van de bruid, Rijkje Pipardus. Er zijn zes kinderen van hen bekend. Het derde kind, Matthijs, wordt in 1733 in de Westerkerk gedoopt.
Mattijs Bakker en Rijkje Pipardus.
Van de oudere generatie van moeders kant weten we iets meer: De vader van Anna Maria is Mattijs Bakker, zoon van Johannes Backer en Anna Molshouck. Hij is de tweede uit een gezin van zeven kinderen en is in 1677 in Amsterdam geboren.
Op zijn 23e trouwt hij met Rijkje Pipardus, die waarschijnlijk in Zwolle is geboren. Mattijs woont dan in de Vijzelstraat. Vijf maanden na het huwelijk in 1700 wordt dochter Anna Maria geboren. In december van dat jaar monstert hij aan als Korporaal op het VOC-schip “de Lek”.
Daar de administratie van de VOC grotendeels bewaard is gebleven, weten we dat zijn gage aan zijn vrouw werd overgemaakt en dat hij in 1710 is afgemonsterd. Dat zal overigens van een ander schip geweest zijn, want “de Lek” heeft tot 1707 dienst gedaan (“afgelegd” in Batavia).
Kort na elkaar in 1744 overlijden eerst Anna Maria en vervolgens ook Pieter Carels. Beiden worden op het Antonies Kerkhof begraven. Zij laten vijf minderjarige kinderen na: Willem, 13 jaar, Matthijs 11 jaar, Engeltie 7 jaar, Marritje 6 jaar en Geertruij 12 jaar, die allen in het Burgerweeshuis worden opgenomen.
II. Matthijs Carels (1733-1791) en Johanna de Haan (1734-1782)
Matthijs Carels woont op de Rozengracht als hij in 1757 huwt met Johanna de Haan van de Zeedijk. Getuigen zijn Barta Molenaar, een nicht van Mattijs, en Marretje van Edelhorst, een nicht van Johanna.
Jan de Haan (1707-1740) en Elsie van Edelhorst (1701-1734).
zijn de ouders van Johanna en haar 2 jaar oudere broertje. Zij verliezen hun moeder als Johanna een half jaar oud is; hun vader hertrouwt met Pieternella Woortman, met wie hij nog twee kinderen krijgt. Pieternella sterft kort na de geboorte van het tweede kind, waarna Jan voor de derde maal trouwt. Maar twee jaar later overlijdt hij zelf, 33 jaar oud. Johanna is dan zes. Over de verdere geschiedenis van het gezin de Haan is niets bekend.
Abraham Simons van Ederhorst (1666- ) en Jannetje Jans Bos (1670- )
zijn de ouders van Elsie. Beiden zijn geboren in Amsterdam; zij trouwen in 1696. En van Abraham Ederhorst kennen we de (Amsterdamse) ouders en grootouders, waarmee we al in het eind van de 16e eeuw zijn beland.
Terug naar de 18e eeuw, naar Matthijs Carels en Johanna de Haan. Zij krijgen negen kinderen.
Als Johanna in 1782 overlijdt, zijn er nog vier in leven.
Dat weten we uit een notariële acte, waarin twee getuigen verklaren dat zij Mattijs en Johanna al vele jaren kennen en dat zij weten dat ze niet eerder getrouwd zijn geweest en Johanna geen andere kinderen heeft nagelaten dan Johannes (23 jaar), Willem (20 jaar), Pieter (14 jaar) en Johanna (11 jaar). Wellicht is deze verklaring nodig voor het huwelijk dan Mattijs wil afsluiten met 44-jarige Ida Herwers, dat het jaar daarop wordt gesloten. Mattijs is dan 49 jaar oud en woont met zijn kinderen op Kattenburg, Ida komt van de Reguliersgracht.
Mattijs overlijdt op Kattenburg in 1791. Vijf jaar later hertrouwt Ida; de kinderen van Mattijs zijn dan al volwassen.
Wat Mattijs voor beroep had weten we niet, maar de kans is groot dat hij iets in de scheepsbouw deed, zoals de meeste bewoners van Kattenburg; zij hadden als bijnaam de ‘Bijltjes’. Het eiland was maar met één brug met de rest van de stad verbonden.
In mei 1787 werd het stadsbestuur van Amsterdam door de patriotten afgezet, maar de inwoners van het oranjegezinde Kattenburg kwamen daartegen in opstand. Zij trokken op 29 mei 1787 de dubbele ophaalbrug naar Kattenburg op en plunderden huizen en winkels van patriotten op het eiland.
Na ‘de slag om de Kattenburgerbrug’, wisten de patriotten op 30 mei de brug weer neer te laten. Hierop volgde “Bijltjesdag”, waarbij de huizen en herbergen van orangisten geplunderd en vernield werden.
Enkele maanden later werd in Amsterdam met hulp van het Pruisische leger weer een ‘oranjegezind’ bestuur geïnstalleerd.
Deze gebeurtenissen zullen niet aan Mattijs voorbij zijn gegaan; welke rol hij daarin gespeeld heeft, laten we aan de verbeelding over.
III. Willem Carels (1762-1834) en Alida Roos (1764- )
Willem Carels wordt in de Oude Kerk gedoopt. Hij huwt in 1788 met Alida Roos. Willem woont dan in de Kerkstraat, Alida in de Vijzelstraat, waarschijnlijk dus net om de hoek.
Anthonius Roos (1740- ) en Jacoba de Vries (1739-1812).
In de huwelijksakte uit 1762 van Anthonius en Jacoba, de ouders van Alida Roos, staat bij Anthonius vermeld “van Christiaansant”. Of we hier echt met een Noor te maken hebben is niet zeker: zijn bij het huwelijk aanwezige vader heet Andries Roos en Anthonius woont “aan de Schans”.
Jacoba woont in de Steenhouwerssteeg en wordt vergezeld door haar moeder, Aaltje Sweerus.
In 1771 is Jacoba blijkbaar gescheiden: ze trouwt met Martinus van der Helm uit de Peijlsteeg. In de akte wordt vermeld, dat Jacoba de “gedissolveerde vrouw” van Anthonius Roos is; zij woont dan al bij Martinus in de Peijlsteeg.
Dit is een straatje met veel vertier, tussen Warmoesstraat en Oudezijds Voorburgwal.
De destilleerderij van Wijnand Fockink is daar nog tot op heden gevestigd.
Bij haar huwelijk met Martinus is Jacoba’s dochter Alida 7 jaar oud. Er zijn geen broertjes of zusjes bekend.
Jacoba overlijdt in 1812, 73 jaar oud, in het oude Mannen en Vrouwen Gasthuis (achter de Oude Manhuispoort, nu al heel lang in gebruik door de Universiteit van Amsterdam).
In de overlijdensakte staat alleen vermeld, dat Jacoba weduwe is van Anthonius Roos. Van Martinus verder geen spoor.
Hendrik de Vries (1712- ) en Aaltje Sweerus (1714- )
Dit zijn de ouders van Jacoba, dus de grootouders van Alida. Zij trouwen in 1735. Hendrik woont dan in de Dirk van Assensteeg (thans Dirk van Hasseltsteeg, tussen Nieuwendijk en Nieuwezijds Voorburgwal) en brengt zijn zus Hendrikje mee als getuige. Aaltje komt uit de Haantje Hoeksteeg (dat is de Heintje Hoeksteeg, tussen Warmoesstraat en de Oudezijds Voorburgwal) en is vergezeld door haar moeder, Metje Coster. Hendrik schrijft zijn naam onder de trouwakte, Aaltje zet een kruisje.
Jacoba heeft een broer Adriaan, die drie jaar ouder is en broer Hendrik, die drie jaar jonger is. Over hen is alleen bekend, dat ze waarschijnlijk voor 1786 zijn overleden.
In dat jaar wordt namelijk een testament opgemaakt door Aaltje Sweerus en Andries Pieterse, die dan Aaltjes echtgenoot is. In dat testament wordt Aaltjes dochter Jacoba als enige erfgenaam genoemd.
Naar de kwaliteit van hun huisvesting in die tijd kunnen we alleen maar raden. De stegen waar ze gewoond hebben, waren en zijn nog steeds smal en donker. Er zijn in de loop der eeuwen veel panden onbewoonbaar verklaard en gesloopt of ingestort. Maar er zijn er ook die in hun oude luister hersteld zijn en je kunt je voorstellen dat die ook in de tijd van de families Roos, de Vries en Sweerus goed bewoonbaar zijn geweest.
Terug naar het gezin van Willem en Alida. Willem heeft een beddenwinkel op de hoek van de Keizersgracht en de Vijzelstraat. In de adresboeken, die sinds 1821 in Amsterdam worden uitgegeven, staat deze beddenwinkel steeds vermeld.
Willem en Alida krijgen acht kinderen, waarvan de oudste zoon Willem Jacob en de vier dochters de volwassen leeftijd bereiken:
- Willem Jacob (1789-1852), de opvolger van zijn vader in de beddenwinkel
- Hendrik (1790- )
- Johanna Susanna (1792-1840), huwt Jan Pieterse Schut, klerk bij het grootboek. Zij krijgen 6 kinderen.
- Jan (1794- voor 1801)
- Alida (1797-1877), huwt Pieter Martinus van den Berg uit Rhenen, hooiweger. Uit dit huwelijk: 8 kinderen.
- Jacoba (1799-1849), huwt Isaac Arnoldus van Helsdingen, deurwaarder bij de rechtbank, 9 kinderen.
- Jan (1801- )
- Geertruij (1804-1866), huwt Hermanus van Dartelen, stalhouder in de Reguliersdwarsstraat.
Waarschijnlijk loopt de beddenwinkel goed, want bij Willems overlijden in 1834 in Nieuwveen (hij is dan 71 jaar oud), staat vermeld dat hij “rentenier” is. Alida overlijdt tussen 1820 en 1823: op het huwelijk van dochter Jacoba is zij nog aanwezig, maar als zoon Willem Jacob in 1823 trouwt, is zij reeds overleden.
IV. Willem Jacob Carels (1789-1852) en Heijntje Wildeman (1806-1873)
Willem Jacob wordt behanger en zal op enig moment de beddenwinkel van zijn vader overnemen. Hij trouwt in 1823 in Weesperkarspel met Petronella van Zuilen. Willem is dan 33, Petronella 45 jaar oud. In 1837 overlijdt Petronella en in hetzelfde jaar hertrouwt Willem met Heijntje Wildeman uit de Vijzelstraat.
Heijntje is een dochter van Henderik Wildeman en Margaretha Veen. Van haar ouderlijk gezin is verder niets bekend, behalve dat Heijntje een twee jaar jonger zusje Anna Margaretha heeft gehad.
In de adresboeken van Amsterdam vinden we de beddenwinkel van Willem Jacob nog ieder jaar vermeld, soms ook als “behanger en vederbeddenmaker“.
Willem Jacob en Heijntje krijgen vijf kinderen. De jongste zal zijn vader nauwelijks hebben gekend, want die is pas twee jaar oud als Willem op 62-jarige leeftijd overlijdt.
De beddenwinkel wordt door Heintje voortgezet onder de naam “Wed. W.J. Carels”.
Zij overlijdt twintig jaar later, in 1873.
De kinderen van Willem Jacob Carels en Heijntje Wildeman:
- Wilhelmina Alida Susanna (1838-1922)
Wilhelmina heeft waarschijnlijk het grootste deel van haar leven gediend als huishoudster op verschillende adressen in Amsterdam. In 1888 woont zij even bij het gezin van haar broer Willem Jacob op de Keizersgracht.
Vanaf haar 64e woont ze in het Deutzenhofje aan de Prinsengracht.
Zij overlijdt in 1922, 83 jaar oud. - Willem Jacob (1840-1902)
- a. Henriëtte Christina Wilhelmina (1868-1922)
Huwt 1892 met Gerardus Hermanus van den Berg (1867-1953), inspecteur bij de Raad van Arbeid. Zij vertrekken twee weken na het huwelijk naar Oost-Indië, waar in 1897 in Soerabaja (op Java) zoon Willem Jacob wordt geboren.
Als eind 1902 Henriëttes vader overlijdt, zijn ze weer terug in Amsterdam. Met haar zussen Anna, die dan 20 jaar is, en Nelly (14 j.) verhuist het gezin mei 1903 naar de Hendrik van Viandenstraat in Amersfoort, waar kort daarop dochter Petronella Martina geboren.
In 1922 overlijdt Henriëtte, 54 jaar oud.
Gerardus hertrouwt zeven jaar later met Gijsberta Büller.
- b. Willem Jan (1869-1870)
Een maand na het overlijden van (groot-)vader Willem Jacob “werden wij heden nog gevoeliger getroffen door het plotseling afsterven van den jongsten onder Lievelingen, in den nog jeugdigen leeftijd van slechts vijftien maanden.”
- c. Hendrika Johanna (1872-1923)
Huwt 1901 met Jacob Albert de Bruïne (1860-1929), tabaksfabrikant; zij krijgen een zoon, Willem (1902).
Na het overlijden van vader Willem Jacob Carels in 1903 komt zus Maria Jacoba (dan bijna 30 jaar) en een jaar later ook zus Nelly (14 j.) tijdelijk bij hen inwonen.
Hendrika overlijdt in 1923, 51 jaar oud.
- d. Maria Jacoba (1873-1948)
Na het overlijden van haar vader eind 1902 vertrekt ook Maria uit het huis op de Keizersgracht. Zij trekt in bij haar zus en zwager Hendrika en Jacob de Bruïne.
Maria wordt pensionhoudster; in adresboeken Amsterdam 1918 en later staat vermeld:
“Carels (Dames). Sarphatipark, 26. Pensionhoudsters“.
Welke de andere dame Carels is, is nog niet achterhaald; waarschijnlijk een van haar zussen.In 1940-41 woont Maria met een korte onderbreking bij haar zeven jaar jongere zus Stientje op het Roelof Hartplein.
Maria overlijdt in 1948; zij woont dan in de Roelof Hartstraat en is 74 jaar oud.
Twee weken later overlijdt ook zus Stien.
- e. Willem Jacob (1875-1875)
Twee krantenberichten, kort na elkaar:
“Voorspoedig bevallen van een zoon, 30 juni” en
“heden overleed ons eenig Zoontje, in den ouderdom van Vier Maanden, 1 november”.
- f. Willem Jan (1876-1922)
Vertrekt 1898 naar Deli op Sumatra. Zijn oudste zus en zwager verblijven rond die tijd ook in Indië, maar die zitten op Java; of er enig verband is, is niet bekend.
Hun neef, Willem Jacob, zoon van Jacobus Carels, verblijft echter ook in Medan (Deli). Ookal omdat beide neven dezelfde voorletters hebben, is de geschiedenis hier lastig te reconstrueren.
Zeker is, dat Willem Jan in 1905 in Penang/Medan trouwt met de in 1877 in Soerabaja (op Java) geboren Sophia Maria Neeb (1877-1949). Misschien is dat een link met de verblijfplaats van zijn zus en zwager.
Willem Jan en Sophia krijgen op Sumatra drie kinderen:- Willem Pieter (1906-1961), scheikundige, keert later terug naar Indië, waar hij trouwt met Frederika de Boer. Zij krijgen 3 kinderen.
- Cornelia Louise Maria (1909-1931)
- Frits (1914-2002), trouwt met Lea van Engers.
In 1918 wordt Willem Jan ontslagen bij de N.V. Handel Mij.”Holland-Deli”. De inventaris van de woning in Medan wordt op een veiling verkocht. In September 1921 komt het gezin terug naar Nederland en vestigt zich in Den Haag.
Een half jaar later overlijdt Willem Jan, 45 jaar oud. Volgens de overlijdensakte is hij dan “directeur ener machinefabriek”. De kinderen zijn dan 16, 13 en 8 jaar oud.
Zijn nalatenschap levert kennelijk nog de nodige zorgen op: tot twee keer toe (in 1923 en 1924) verschijnt er een advertentie over een openbare verkooping van een perceel in Kaban Djahé op Sumatra, bijna 5800 m2 groot met een huis en bijgebouw.
Pas in 1925 wordt via een gerechtelijke procedure de nalatenschap aan de nabestaanden ter beschikking gesteld.Sophia overlijdt in 1949 in Den Haag op 72-jarige leeftijd.
- g. Johan Christiaan (1878-1884)
Dit jongetje wordt nog geen 5½ jaar oud.
- h. Christina Cornelia (Stientje) (1880-1948)
Vertrekt na het overlijden van haar vader naar Engeland. Wanneer zij terugkomt, is niet bekend, maar daarna werkt ze bij de Rijksverzekeringsbank in de Pieter de Hooghstraat. Volgens zeggen was ze daar aangenomen vanwege haar mooie regelmatige handschrift. Ze heeft er tot haar pensioen gewerkt en maakte nooit promotie.
Vanuit de familie Faddegon is er met haar nog wel contact geweest: ze is aanwezig bij de verloving van Witte en Clazien Faddegon-Keizer in 1946. Haar geschenk (een fraai gedecoreerd dienblaadje) is nog lang gebruikt voor de jam en de hagelslag op de lunchtafel (“wie zet tante Stientje even op tafel?”).
Stientje overlijdt in 1948, twee weken na haar zus Maria. Stien woont dan op het Roelof Hartplein, waar in het eerste jaar van de oorlog Maria ook kort bij haar inwoont.
- i. Anna Hermanna Frederika (1883-1941)
Gaat na het overlijden van haar vader bij haar zus en zwager in Amersfoort wonen. Woont vanaf 1906 in Watergraafsmeer, vervolgens enige tijd in Driebergen en komt in 1921 terug naar Amsterdam, waar zij in 1941 overlijdt, 58 jaar oud.
Bij de procedure van de onteigening van de ouderlijke woning op de Keizersgracht in 1917 wordt Anna vertegenwoordigd door haar zwager Gerard van den Berg. Anna is dan onder curatele gesteld wegens “zwakheid van vermogen”. Wat er precies met haar aan de hand was, is niet bekend. In de familie werd over een van de zussen uit dit gezin gezegd: “daar loopt een streepje door”. Waarschijnlijk ging dat dan over deze Anna.
- j. Johan Christiaan (1886-1886)
Ook deze jongen wordt nog geen 11 maanden oud.
- k. Nelly (1889-1943)
Gaat na het overlijden van haar vader naar Amersfoort, maar vertrekt al een jaar later naar Utrecht.
Woont tot 1910 bij haar zus Stientje, daarna enkele maanden op de Stadhouderskade en vervolgens in Alkmaar. Nelly staat dan ingeschreven als “leerling huishoudster”.
Tot haar overlijden in 1943 woont Nelly in Alkmaar in de Huigbrouwerstraat. Ze werkt als lerares op een huishoud- en industrieschool en wordt 54 jaar oud. - Servaas (Faas) (1842-1890)
Faas is het derde kind van Willem Jacob Carels en Heijntje Wildeman; hij wordt in 1842 in Amsterdam geboren.In 1864 dient Faas in Harderwijk in de militie. Hij maakt daar kennis met Gerritje Bossenbroek, dochter van een plaatselijke caféhoudster in de Donkerstraat. In juli 1865 bevalt Gerritje van een dochter, Diena. Bij het huwelijk van Faas en Gerritje in december van dat jaar wordt het kind gewettigd.
Faas neemt zijn intrek in de Donkerstraat, waar nog twee kinderen volgen: Jet en Willem.
Gerritje heeft volgens de actes als beroep “tapster”, bij Faas wordt vermeld dat hij “koffiehuishouder” is.Kort nadat dochtertje Diena, ruim 3 jaar oud, overlijdt, vertrekt het jonge gezin naar Faas’ geboortestad Amsterdam. Daar wordt een zoon geboren, die echter maar een jaar oud wordt. Hij overlijdt op dezelfde dag als zijn moeder, 4 augustus 1871.
Twee jaar later, Faas is dan 31 jaar en werkzaam als boekhouder, trouwt hij met de 37-jarige Johanna Agnes Segers Ter Borch. Zijn broers Willem Jacob en Henrij zijn getuigen.
Met Johanna krijgt Faas nog drie kinderen. Het gezin heeft het waarschijnlijk niet breed: in de jaren tot Faas in 1890 op zijn 47e overlijdt, wordt maar liefst zestien keer verhuisd. De laatste jaren verdient hij de kost als bakkersknecht.
Op eerste kerstdag 1894 overlijdt ook Johanna, 58 jaar oud.De kinderen van Faas Carels uit het eerste huwelijk, met Gerritje Bossenbroek (1842-1871):
- a. Diena (1865-1869)
geboren en overleden in Harderwijk, 3 jaar oud.
- b. Heijntje (Jet) (1866-1945)
geboren in Harderwijk, woont van haar 16e tot haar huwelijk in 1890 bij het gezin van haar oom Jacobus Carels.
Zij trouwt met Lambert Pierre Henri de Gruijter (1864-1936), die net als zijn vader kleermaker is op de Nieuwezijds Voorburgwal 182. Dat pand wordt gesloopt voor de bouw van het nieuwe Postkantoor. Lambert en Jet gaan in de Wolvenstraat wonen, maar vanaf 1902 wonen zij weer, net als Lambert sr, op de Nieuwzijds, nu op nummer 216.
Lambert en Jet krijgen twee dochters:
- Jacoba (Co) (1890- ), huwt Johannes Bernardus Tielrooy, hoogleraar Frans en een van de oprichters van het Humanistisch Verbond. Zij krijgen één dochter.
- Charlotte Sophia (Lotje) (1893- ), werkt bij een scheikundig laboratorium en huwt met haar collega dr. Hendrik Ernst Büchner, die later hoogleraar wordt aan de UvA.
In 1916 verhuist het gezin, inmiddels zonder Jacoba, naar Den Haag. Na het overlijden van Lambert woont Jet afwisselend bij haar kinderen, totdat zij in 1945 overlijdt. - c. Willem Jacob (1868-1934)
Willem Jacob wordt in Harderwijk geboren. Hij is nog een peuter als het gezin naar Amsterdam vertrekt, waar ook weer binnen de stad heel vaak wordt verhuisd.
Hij verlaat in 1887 het ouderlijk huis in de Kinkerstraat en woont tot zijn huwelijk in de Tulpstraat. Bij de keuring voor de militie wordt hij geschikt bevonden; hij laat zijn nummer door een plaatsvervanger innemen. Willem is dan bediende in een koffiehuis.Bij het huwelijk met Jansje Bergman (in 1890) is zijn vader overleden. Zijn stiefmoeder leeft nog, maar er zijn ook een voogd (een broer van zijn moeder) en een toeziend voogd (Willem Jacob, een broer van zijn vader) benoemd, die toestemming geven voor het huwelijk. De makelaar Jacobus Carels, een andere broer van zijn vader, is aanwezig als getuige, evenals Lambert de Gruiter, de echtgenoot van zijn zus Jet. Het paar gaat wonen in de Burmanstraat.
Willem Jacob begint een café in de Kerkstraat en in 1926 opent hij een café op de hoek van de Weteringschans en de Nieuwe Vijzelstraat. Deze zaak bestaat nog steeds en is reeds lang bekend als “Café Mulder”.
Hij wordt raadslid voor de Liberale Staatspartij “de Vrijheidsbond”, die later zal opgaan in de VVD. Ook is hij bestuurslid van de “Hulp voor Onbehuisden” en van de “Algemeene Winkeliersvereeniging”.
Willem Jacob overlijdt in 1934, 65 jaar oud. Hij wordt begraven op de Nieuwe Ooster begraafplaats.
Jansje overlijdt negen jaar later.De kinderen van Willem Jacob en Jansje zijn:
- Jansje (1891-1953); huwt Johannes Theodorus van Gerven, architect. Acht kinderen.
- Dora (1893- ); huwt Marinus van Leeuwen, beambte bij de Nederlandse Bank.
- Anna Wilhelmina (1895-1977), onderwijzeres; huwt Johan Kromhout, decoratieschilder. Vier kinderen.
- Willem Jacob (1902-1974), inspecteur resp. commissaris van politie; huwt Martha Anna Tamsma. 1 kind.
- d. Servaas Gerrardus (1870-1871)
Wordt in 1870 in Amsterdam geboren; overlijdt 13 maanden later, op dezelfde dag als zijn moeder.
De kinderen van Faas Carels uit het tweede huwelijk, met Johanna Agnes Sigers Ther Borch (1836-1894):- e. Servaas Gerrardus (1874-1954)
Wordt geboren als het gezin op de Passeerdersgracht woont.
Bij de keuring voor de militie wordt hij vrijgesteld wegens lichaamsgebreken. Welke dat zijn, wordt niet vermeld. Servaas is dan kantoorbediende.
Uit 1898 dateert een vonnis van de rechtbank te Amsterdam, waarin Servaas (handelsreiziger zonder vaste woon- of verblijfplaats) tot een jaar gevangenisstraf wordt veroordeeld wegens oplichting. Een jaar eerder was hij blijkbaar voor hetzelfde delict veroordeeld, waardoor de misstap hem dit keer extra wordt aangerekend.
Een jaar later vinden we hem terug in het Binnengasthuis, waar hij ruim een maand is opgenomen voor een liesbreuk. Als beroep wordt weer kantoorbediende vermeld. Hij woont dan in de Korte Leidschedwarsstraat en geeft, omdat zijn ouders inmiddels zijn overleden, als naaste familie het adres op van zijn oom Henrij in de Jacob van Campenstraat.
Misschien heeft dit ziekenhuisverblijf hem geïnspireerd bij zijn volgende carrièrestap: twee jaar later is hij leerlingverpleger in hetzelfde ziekenhuis.Bij zijn huwelijk in 1911 met Neeltje Schoe is hij ziekenverpleger, en dat blijft hij tot hij in 1929 op 55-jarige leeftijd gepensioneerd wordt.
In 1931 komt hij voor op een scheepsregistratie als verpleger. Er is aangetekend, dat hij in Port Saïd van boord is gegaan, samen met de scheepsarts.De kinderen van Servaas Gerrardus en Neeltje zijn:
- Servaas Gerrardus (1912- ), bediende bij een assurantiekantoor; gehuwd met Anna Rosette van Voorst, twee kinderen.
- Jacob (1914-1975), controleur bij een energiebedrijf; gehuwd met Maria Mathilda Oonk, gescheiden, tweede huwelijk met Anna Gesina van Riet Paap, vier kinderen.
Servaas Gerrardus sr. overlijdt in 1954, kort na zijn tachtigste verjaardag.
- f. Adolf Karel (1876-1953)
Wordt ook op de Passeerdersgracht geboren. Is 14 als zijn vader overlijdt, zijn moeder overlijdt bijna vijf jaar later. Adolf krijgt onderdak bij zijn acht jaar oudere broer Willem Jacob.
Een jaar later, bij de keuring voor de militie, is hij werkzaam als kantoorbediende. Hij maakt vergeefs bezwaar wegens lichaamsgebreken en wordt in maart 1896 ingedeeld bij het 7e regiment infanterie.In oktober wordt hij gedetacheerd bij het Koloniaal Werfdepot in Harderwijk. Van daaruit wordt hij een paar keer gedetacheerd bij het leger in Oost-Indië. Vanaf 1902 staat hij opnieuw geregistreerd als vrijwilliger bij het Koloniaal Werfdepot.
Over zijn verdere loopbaan is alleen bekend, dat hij vanaf eind jaren ’20 “los arbeider” is in Arnhem en Nijmegen. In 1953 overlijdt hij, ongehuwd, 76 jaar oud.
- g. Johannes (1880-1883)
Deze jongen overlijdt, bijna 4 jaar oud, als het gezin in de Runstraat woont.
- a. Diena (1865-1869)
- Jacobus (1844-1925)
Jacobus is het vierde kind van Willem Jacob Carels en Heijntje Wildeman; hij wordt in 1844 in Amsterdam geboren. Hij wordt makelaar bij veilinghuis “de Zon”. Het verhaal van zijn gezin staat op de pagina van gezin Carels – van Munster
- Henriette Maria (1847-1848)
Dit meisje wordt nog geen vijf maanden oud.
- Henrij (1850-1925)
Dit zesde en jongste kind van Willem Jacob Carels en Heijntje Wildeman wordt in 1850 geboren. Zijn vader overlijdt als hij twee jaar oud is.
Henrij huwt in 1874 met de vijf jaar oudere Elisabeth Marie Guillemette Steinbach. Als beroep wordt vermeld: kantoorbediende. Zij gaan wonen in de Jacob van Campenstraat; Henrij’s oudste zuster Wilhelmina verblijft korte tijd bij hen in huis. Elisabeth is pas 34 jaar als zij in 1879 overlijdt.In 1882 komt er een huishoudster in huis: Margaretha Maria Wilhelmina Ohlmann, die een jaar later een kind ter wereld brengt, dat zij Henri noemt. In 1891 trouwen Henrij en Margaretha, waarbij Henri jr. wordt gewettigd.
Zoon Henri (1883-1952) is kennelijk klein van stuk: bij de keuring voor de militie staat vermeld: “vrijgesteld wegens te klein” (1,449m). Als hij in 1920 trouwt met de 12 jaar jongere Bernardina Maria Johanna Hooft, verdient hij de kost als behanger. Maar kort daarop komt hij in dienst van de gemeente als portier en suppoost bij het Stedelijk Museum en bij de Stadsschouwburg. Van deze Henri zijn geen verdere nakomelingen bekend.
Willem Jacob, de oudste zoon van Willem Jacob Carels en Heijntje Wildeman, wordt in 1840 in Amsterdam geboren.
Zijn vader overlijdt als hij 12 jaar oud is. Hij zal al gauw in de beddenwinkel, die door zijn moeder is voortgezet, zijn ingezet. Bij de keuring voor de militie staat als beroep vermeld: matrassenmaker.
In 1864 richt hij samen met zijn moeder een vennootschap op “tot uitoefening van de handel in bedden, dekens en matrassen“.
Drie jaar later trouwt hij met Christina Cornelia Eesewijn; zijn jongere broer Faas is getuige bij het huwelijk. Zij vestigen zich aanvankelijk op de Lijnbaansgracht, waar hun eerste kind wordt geboren, maar in 1868 betrekken zij het familiepand boven de beddenwinkel op de Keizersgracht.
Daar komen in de loop der jaren nog tien kinderen ter wereld. Ook Christina’s moeder komt, na het overlijden van haar man, bij het gezin in huis. Als het gezin met alle kinderen ergens heen gaat, ziet dat er uit als een optocht, die spottend “de karavaan van de hoek” wordt genoemd.
Van de vijf jongetjes overlijden er vier op zeer jonge leeftijd.
Willem heeft, na het overlijden van zijn moeder in 1873, de zaak zelfstandig voortgezet. Lange tijd met succes, maar in 1896 wordt hij in staat van faillissement verklaard.
Toch staat in het adresboek van Amsterdam van 1899 nog een trotse advertentie: “Hofleveranciers van Z.M. de Koning”
Niet lang daarna wordt Christina ernstig ziek; zij overlijdt in 1901, “na een langdurig en smartelijk lijden”. Anderhalf jaar later overlijdt ook Willem, “in den ouderdom van 62 jaren”. Vier van hun kinderen wonen nog thuis, de jongste dochter is dan 13 jaar oud. In de maanden daarna zullen zij allen een nieuwe woonplaats vinden.
De beddenwinkel maakt plaats voor een handel in kantoorbehoeften, totdat het pand voor de verbreding van de Vijzelstraat wordt gesloopt. Bij de onteigening door de Gemeente Amsterdam doet de familie met succes een beroep op schadeloosstelling. Ieder (één broer en zes zusters) ontvangt een zevende deel van bijna 35.000 gulden.
De kinderen van Willem Jacob Carels en Christina Cornelia Eesewijn:
Het totaaloverzicht van alle tot nu toe bekende nakomelingen van Pieter Carels vind je in dit parenteel.
Reacties of aanvullingen? Klik hier.
- terug naar het begin van deze pagina
- terug naar het gezin Carels- van Munster
- terug naar het overzicht van de website
- of terug naar de beginpagina.